logo

Mijn creatieve held; Henry van de Velde

Blog #11 - 10 juli 2024

Na alle blogs over de geschiedenis van interieurs en in het bijzonder de Engelse interieurs en interior decorators, wil ik het deze keer hebben over kunstenaar, architect en ontwerper Henry van de Velde.
Een Belg die het vak van ontwerper op de kaart heeft gezet, maar waar hij in Nederland eigenlijk weinig credits voor heeft gekregen. 
Wij kennen hem als architect van het Kröller-Müller Museum en ook als schilder van enkele expressionistische schilderijen die in hetzelfde museum hangen. 
Het moet mij van het hart; deze man is zoveel meer dan dat!

Deze man is mijn creatieve held.

Henry van de Velde wordt her en der in de kunstgeschiedenisboeken genoemd, maar eigenlijk wordt er nergens echt een ode aan hem gebracht. Tenzij je net als mij zo’n ontembaar fanatisme hebt voor de geschiedenis van interieur, design en architectuur en je waagt aan de niches van de Engelse en Duitse literatuur. De onbekendheid van Van de Velde is vermoedelijk te wijten aan het feit dat zijn diversiteit van disciplines niet in één hokje past. Daarnaast heeft hij op meerdere plaatsen in Europa gewoond, waarbij Zwitserland zijn laatste thuishaven was. 

Vorig jaar had ik de mazzel dat ik een architectuurtripje maakte naar Duitsland en we op de terugweg nog ‘even vlug’ een bezoek brachten aan de eerste Bauhaus school gelegen in Weimar. Deze school is een ontwerp van Van de Velde. In het ontwerp zijn de voornaamste technieken van het Modernisme (en Bauhaus) verwerkt. Zo zijn er stalen constructies in de gevel terug te zien, grote raampartijen die zorgen voor optimaal daglicht in de klaslokalen. En een groot deel van de gevels is glad gepleisterd. Totaal anders dan de tweede school die in Dessau werd gebouwd, heeft Van de Velde ook decoratieve elementen aan het pand toegevoegd. Zoals ornamentering op de gevel, sierlijk stalen balkons en een prachtige glooiende ovale trap. 

Nieuwsgierigheid was de voornaamste kwaliteit van Van de Velde, het heeft hem doen reizen door Europa. Naar Parijs voor de kennismaking met Art Nouveau en naar Londen voor een ontmoeting met William Morris van Arts & Crafts. Naar Duitsland waar het Modernisme van start ging. 

Dankzij deze nieuwsgierigheid ontwikkelde zijn creativiteit zich van schilder en architect naar productontwerper, wat in die tijd ‘toegepaste kunst’ heette. Het betekent de toepassing van creativiteit op gebruiksvoorwerpen. Denk hierbij aan het ontwerpen van meubelen en lampen, maar ook dessins voor gordijnen en behang.
In de loop van de jaren ontwikkelde Van de Velde een geheel eigen stijl waarbij hij altijd op zoek was naar de balans tussen Modernisme en decoratief (zoals Art Nouveau en Arts & Crafts). Het leverde prachtige sierlijke patronen met grafische eenvoud op. Precies diezelfde sierlijkheid en eenvoud tegelijk vind je terug in zijn serviezen en karpetten.

Het liefste zou ik mijn creatieve held ontmoeten, in zijn wereld willen leven. Om de fysiek ervaring te kunnen beleven van zijn ontwerpen. Ze te voelen, te bekijken en de samenhang in me op te nemen.
Eigenlijk, zoals in Huis Sonneveld in Rotterdam waar een je totaalbeleving van het Modernisme kunt ervaren. 

 

Het was een zonnige lentedag toen ik achter de hoge populieren aan de Belvederer Allee in Weimar ‘Haus Hohe Pappeln’ ontdekte. 

Een sierlijk hek gaf toegang tot een weelderige bloementuin, waarin een uniek bouwwerk verrees. Het tweede huis van Henry van de Velde. Het was allesbehalve een gewoon symmetrisch huis. De gevel bestond uit grove stenen en pleisterwerk. Uit grote en kleine raampartijen. Uit balustrades, balkons en pergola’s. Om de woning te betreden moest ik een stenen trap op die schuin voor de voordeur uitkwam. Alsof je de punt van een schip opstapte. 

Eenmaal in de hal werd ik omringd door rode wanden en een rood plafond. Het maatwerk leek wel een puzzel met panelen waarin allerlei vernuftigheden waren verwerkt. Een brievenbus, een parapluhouder, een spiegel en allerlei kastjes. 

Na de betaling in de gang kwam je uit in de middelste kamer van deze verdieping. De kamer werd aan alle kanten omringd door andere kamers. Aan de voorzijde de studeerkamer van Van de Velde, aan de achterzijde de eetkamer voor het gezin. Vlak bij de gang bevond zich de sierlijke trap naar boven, met daaronder een knusse zithoek met aangrenzend balkon. De grote kamer was de kamer voor officiële ontvangsten. 

Er was te veel om me op te richten, want werkelijk alle details waren vormgegeven. Het plafond had een prachtige ovale platte sierlijst met meerdere lagen. Op vier punten waren lampen gehangen (een perfect lichtplan!). De lampen waren kegelvormig en bestonden uit matglas met messing ornamenten. Overduidelijk Van de Veldes’ ontwerp. De wanden waren behangen met zijden behang. Het organische dessin dat uit twee kleuren bestond was ook van zijn hand. De dik gevoerde gordijnen bevatten eveneens organische dessins naar het ontwerp van Van de Velde. En uiteraard ook de meubelen. De kozijnen, de binnendeuren, de buitendeuren, de schuifdeuren, het deurbeslag, de trapleuning, de vloer, de boekenkasten… enzovoorts enzovoorts. ALLES was door mijn held ontworpen. Alles paste naadloos bij elkaar. De organische vormentaal van binnen zette zich in gevels en de de tuin voort. Tegelijk waren er hoekige vormen die met enkele versieringen een brug maakten tussen decoratief en modern. 

Ik keek mijn ogen uit. ‘Even vlug’ zouden we hier niet doorheen gaan!!

 

Henry van de Velde 1863 – 1957

 

Verslag is gebaseerd op een bezoek aan:
Bauhaus-Universität Weimar, Duitsland 
Haus Hohen Pappeln in Weimar, Duitsland 

Boeken:
Henry van de Velde, The artist as designer – Richard Hollis
Das haus unter den hohen pappeln – Antje Neumann & Thomas Föhl
Henry van de Velde, Designing Modernisme – Katherine M. Kuenzli
Helene Kröller-Müller, De eeuwigheid verzameld – Eva Rovers
 

Het beeldmateriaal is te vinden achter de 'Read more - pijl'.